Samen
Omdat we samen ineens positief testen op Corona, zijn we al niezend en hoestend, een weekje langer dan gepland, voor anker blijven liggen in Dominica. Met nog steeds een positief testresultaat vertrekken we, zonder klachten, toch richting Les Saintes. Een kleine eilandengroep behorend bij Guadeloupe. Prima zeiltocht met veel wind en zeilen. Vlak voordat we tussen de rotsen door, binnen de archipel willen zeilen knalt de bevestiging van de bezaan giek ineens van de mast. Snel vastgezet, maar toch besluiten we om alle zeilen te strijken, uit voorzorg. Iedere keer weer een klim- en trekavontuur, balancerend op het dek of de giek tussen de hoge golven.
Met 100% concentratie en vol vertrouwen kan ik dat doen want Tera is altijd stabiel aan het roer. Zonder vervolgschade sjor ik de boel vast op de giek en warempel vinden we de benodigde popnagels op het eiland. Ik kan meteen de volgende dag een reparatie uitvoeren.
Het dorpje, Le Mouillage, voelt heel zuid-Frans aan, maar dan wel zo’n 40 jaar geleden. Eindelijk kunnen we de elektrische steppen weer gebruiken en gaan direct op ontdekkingstocht. Voor mij altijd weer een belevenis, want zodra Tera weer op de step staat is ze een meisje van 9 waar ik zielsgelukkig achteraan zoef. (Alsof ik haar al mijn hele jeugd ken). Nou ja niet uphill dan, want dan moet ik bijsteppen.
We ontmoeten ook nog de Fransen van het schip dat we op onze reis in Lanzarote hebben getroffen, die ik de originele Franse versie van mijn boek ‘Soudain Seuls’ van Isabelle Autissier ter lezing had meegegeven, opdat zij het mij ‘aan de overkant’ weer terug zouden kunnen geven. Het weerzien is hartelijk, het boek komt eraan, maar door onze COVID besmetting besluiten we dat het beter is om de week erop af te spreken. Ook goed. Ik heb het toch al gelezen.
De volgende dag beklimmen we de hoogste berg la Chameau. Een zware tocht, met wel 70% stijging. Naar boven redden we, ware het niet dat ik op zoute zeilschoenen aan de tocht was begonnen. Het uitzicht is spectaculair en geeft ons een euforisch gevoel. Naar beneden is een ander gevoel. Een pijnlijk gevoel. Mijn tenen schuren tegen de harde schoenen aan. Ik heb ze maar uitgetrokken en loop op blote voeten naar beneden. Eelt genoeg, dat wél, maar de grond is soms zo heet dat je je handen zou branden.
De volgende dag lunchen met vrienden. Met het bijbootje naar een rots, aanleggen, terras op en aan de M Minuty Rosé. (Moet de spelling even opzoeken, maar dat is geen probleem, sinds we de flessen in een supermarkt zagen staan;)) Op aanraden van onze Franse vrienden, zij hebben familie op Guadeloupe, zeilen we de volgende morgen in de striemende regen meteen oostelijk weg van onze ankerplek. Letterlijk zeilend, want we hijsen alles al vanaf onze plek en met een echte ‘fok bak’ manoeuvre draaien we weg van de boei. Gadegeslagen door zo ongeveer iedereen. We zijn het gewend.
Buiten het eiland slaat de regen om in 25 / 30 knopen wind pal tegen met golven van 3 tot 5 meter. Peak vecht zich er doorheen, gehinderd door de zware aangroei van het onderwaterschip. 3.2 Knopen, nee sorry een golf en dan 2,2 knopen snelheid. Zo is de 6 mijl die we deze koers moeten varen om in diep water te komen wel erg zwaar..!
Kedeng horen we en ik realiseer me dat het anker door de golven losslaat. Snel ren ik naar voren zonder Tera precies te vertellen wat ik ga doen. Voor, op de punt, kan zij mij vanachter het stuurwiel ook niet meer zien omdat we ons bootje daar tegenwoordig hebben liggen. Om mij te zien was zo wie zo moeilijk geweest want ik ga letterlijk 2 keer kopje onder in de golven. Met 2 lijnen vast realiseer je je dan, dat díe, echt(!) wel nodig zijn.
Afijn, anker vast en uiteindelijk zetten we toch maar de motor voor de laatste 2 mijl bij. En ineens zijn we er doorheen. Diepte 300m komende vanaf 30/40 meter. Meteen begint Peak te lopen en strak zeilen we richting Pointe-á-Pitre op Guadeloupe. Daar hebben we een havenplek gereserveerd.
Zeilend laveren we door de ondieptes, hier en daar andere zeilschepen op de motor verbaasd achter ons latend. Met nagenoeg geen bewegingsruimte door de ondiepe haven en harde wind hebben we een foutloze achter-in-parkeeractie, geholpen door onze Nederlandse vrienden, die ik lijnen toesmijt en orders geef zonder hen te herkennen. De ervaring van behulpzame handen ken ik, dus daar neem ik geen risico mee. Al lachend en excuserend begroeten we elkaar daarna.
Tera beheerst ondertussen ongestoord het voordek en de lijnen, teamwork. Onze eerste indruk is meteen van vergane glorie, alhoewel ik twijfel of die er ooit is geweest.
De zondag steppen we op weg naar de vervallen kathedraal Saint Pierre et Saint Paul door de ‘banlieues’. Waren we in een voorstad van Parijs of Marseille geweest, dan zou ik echt bang zijn. Hier weet ik het zonet nog niet. We besluiten, de komende dagen, om ons to-do lijstje af te werken met een aantal (persoonlijke) dingen. Kapper Tera, tandarts Pieter (baguette..) en dan voorstag pin (daar moet het voorzeil voor omlaag en de voorstag los… , waterpomp, romp laten afkrabben door een duiker, communicatie updaten en bij een Decathlon snorkelspullen voor Tera kopen inclusief water-oordopjes.
We werken alles af en zijn een aantal dagen later klaar. De Fransen komen bij ons borrelen en ik krijg een boek van Olivier de Kersauson. Mooie opdracht aan mij in de kaft en inderdaad zeer gewaardeerd door mij. Ook eten we een avond bij hen en dan wordt ons duidelijk dat ik mijn boek niet meer terug krijg. Wat ermee is gebeurd blijft onduidelijk. Wellicht heeft iemand het overboord gegooid, want het is ook wel een verschrikkelijk verhaal voor zeilende paren… We wisselen nog enkele ervaringen uit waarbij ze vol bewondering spreken van ons zeilend vertrek uit Les Saintes. Zij doen de eerst 6 mijl namelijk altijd op de motor.
De volgende dag willen we vertrekken en al afscheid genomen zet ik stroom op de startknop van de motor. Deze wacht echter niet totdat ik hem indruk, maar start de motor uit zichzelf. Niet zoals het hoort. Ik draai het contact meteen terug. Motor uit. Dan nog maar een keer. Hetzelfde, maar meteen komt Tera’s hoofd naar buiten en ze roept ‘ik hoor een ander geluid!’ Ik sprint naar binnen, hoor het ook en snel naar buiten om de motor weer uit te schakelen. Sh*t, de startmotor blijft hangen.
Vloerpanelen in de salon gaan open en de hitte komt ons tegemoet. De startmotor heeft met de motor meegedraaid. Niet leuk. Kan zo verbranden. Waar is de reserve startmotor? Onder Tera’s bed denken we, want daar liggen ook de reserve radiator en stuurautomaat tussen een aantal pompen. Nee, we hebben het ergens opgeschreven waar we dingen hebben verstopt? We lezen dat de startmotor onder in het kastje van het stuurboord bed in de achterkajuit ligt. Onder al die handdoeken en lakens? Nee toch. Vertwijfeld nemen we alles eruit. Halen de bodem uit het kastje en warempel vinden de startmotor. Nu eerst maar doormeten.
Tera gaat de haven vragen voor een extra nacht. Ik leg haar de werking van het startrelais uit en Google voor oplossingen op een aantal Camperforums. Eerst maar een nieuwe relais zien te scoren. De step komt goed uit en uiteindelijk vind ik wat ik zoek, maar dan anders. Proberen maar. Alle kabelverbindingen meteen opgefrist, ongelofelijk wat zoute lucht doet met corrosie. Oorzaak van slecht contact ook gevonden en verholpen. Motor start als zonnetje en meteen op de step een 2e relais scoren.
In de ochtend vertrekken we naar Marie Galante. Eerst hoogte winnen op de motor (we leren snel) tussen de koraalriffen en het zeewier. Daarna een snelle tocht die uiteindelijk in de avond uitmondt aan een palmstrand voor anker: Trois îlets, bekend om zeeschildpadden. De volgende dag proberen we de Decathlon spullen uit en Tera is super enthousiast. Snorkelen zonder water in haar oren of duikbril moet een sensatie zijn.
We nemen de dinghy naar het strandje en snorkelen vanaf daar. Hand in hand brengen we zo lange tijd snorkelend door. Voor de 2e nacht besluiten we alvast richting het dorpje te vertrekken om daar te ankeren. Zodat we weten of de holding goed is en we naar de Paaswake in de RK kerk kunnen gaan. Overdag gaan we naar het dorp. Verkennen de boel en lunchen uitgebreid in een fantastisch restaurant aan zee met uitzicht op Peak.
De Paaswake begint om 19:30 uur en netjes aangekleed lopen we door het bouwvallige dorp St. Louis met golfplaten. Naarmate we dichter bij de kerk komen, zien we mooi aangeklede mensen met een kaars. Sommige vrouwen zien er werkelijk fantastisch uit. Getooid met mooie hoofddeksels of sjalen. Elegant, charmant en trots. We regelen kaarsen en een misboekje. 3 pagina’s inclusief de liturgie van de Eucharistie.
Het paasvuur wordt buiten ontstoken en onze kaarsen ook. We zijn met honderden. Binnen wordt mij duidelijk dat wij de enige niet parochianen zijn. De enige blanken ook trouwens. We voelen ons echter thuis. Iedereen is uiterst vriendelijk, mondkapjes op of bij zich en afstand houdend. Na 5 kwartier versta ik een regel frans, gezongen door het vals zingende koor en zie dat deze staat als derde regel van pagina 1 van het misboekje.
Een lange zit, waarbij we gelukkig regelmatig moeten staan. Naarmate de tijd verstrijkt, krijg ik en Tera ook, steeds meer het gevoel dat ik net zo goed in West Afrika had kunnen zijn. Dit zijn echt afstammelingen van slaven. Zo voelen zij zich ook. Voor het eerst beseffen we echt wat wij, West Europeanen, hebben gedaan in dit werelddeel. Niet om trots op te zijn. Integendeel. We wensen elkaar de vrede, waarbij ik indringend lief wordt aangekeken door meerdere kerkgangers. Intens mooi.
Zondag gebruiken we om Peak voor te bereiden om de lange tocht van 90 mijl naar Antigua te zeilen. Er komt een goede wind: 18-20 knopen met uitschieters tot 25. De eerste 20 mijl zullen we last hebben van de stroom die ons terugzet. We besluiten om 04:00 uur te vertrekken. Als we om 03:45 uur wakker worden, striemt de regen over het dek. Ik ga eerst ontbijten en neem een douche.
Zwijgend trekken we onze pakken aan. In een droog moment halen we het anker in het pikkedonker op en hijsen we het eerste half uur de zeilen. We varen met kotterstagzeil, dubbel gereefd grootzeil en enkel gereefde bezaan. Motor zachtjes bij en we blijven uit de kust om de visboeien (die we kunnen zien) te omzeilen. Voorbij de beschutting van Marie Galante komt de Oceaandeining als een wake-up call ons tegemoet. Ditmaal moeten we er tegen in.
Op de radar zien we de squalls met veel regen en wind om ons heen. We moeten erdoorheen. De wind komt regelmatig boven de 30 knopen. Beaufort 7 is dat. De golven zijn echter het probleem. Die zijn hoog en onstuimig. Er zitten enkele ondieptes die hier debet aan zijn.
Na 2 uur varen komen we in de buurt van de kaap van Guadeloupe. De buien worden heftiger. De windhoek moeilijker. Ik wil liever niet overstag met al deze zeilen. We moeten hoogte houden zonder teveel snelheid te verliezen omdat we anders erg naar de wal worden gedreven. Het ‘Pointe des Colibris’, zoals de kaap heet, ziet er indrukwekkend uit. Een paar grote rotsen in zee met een groot wit kruis erbovenop.
De golven slaan kapot op de rotsen, wat een spectaculair gezicht is. We moeten alleen niet te dichtbij komen. Het laatste uur worden we gegeseld door de wind en regen. Dik over de 30 knopen. Peak hapt en slokt zich erdoorheen. Honderden liters water over het voordek. Hebben we de luiken goed dicht? Uiteindelijk ronden we de kaap. Kruipend moet Tera de zeilen in de juiste volgorde vieren. Er staat heel veel druk op en ik kan nu niet weg achter het stuurwiel. Grootschoot vieren. Oké. Bezaan vieren. Oké. En nu het voorzeil. De schoot zit om een gewone lier. De druk is enorm, net zoals de schommelingen van de boot. Om de schoot te vieren moet je helemaal in balans zijn en geen fouten maken. Een ongeluk is zo gebeurd. Tera laat een stukje vieren, dat lukt, maar er zit wel meteen een draai in de schoot.
Ik schreeuw haar toe dat ze ‘m vast moet zetten en niet moet proberen om de draai eruit te halen. Gelukkig, hij zit vast. Ik zet Peak op de stuurautomaat en met meer dan 10 knopen stuiven we de richting van Antigua op. Welnu, dan is 55 mijl ineens heel dichtbij.
Onderweg zien we springende dolfijnen en zelfs 2 sperm whales! Sensatie. Op film. Voor de kust van Antigua, gaan we het gevecht met de zeilen nogmaals aan. We kunnen het en gadegeslagen door de bemanning van een superzeiljacht, halen we alles naar beneden. Op de motor tussen de rotsen door naar English Harbor. We ankeren daar tussen enkele andere schepen, want de haven is alleen voor superjachten. Na twee windshifts besluiten we toch om te verkassen naar de naburige haven Falmouth om daar te ankeren.
Uiteindelijk een goede plek gevonden. We liggen. Onze Engelse buren uit Las Palmas heten ons welkom. Je ziet ze denken: ‘met z’n tweeën?’ Dan komt een Engelse vrouw langs zwemmen. Ze is van een grote Oyster met bemanning. ‘Where did you come from? Today? East of Guadeloupe? Just the two of you?’ Verbluft zwemt ze terug naar haar boot. Onze Deense vriend uit Dominica heeft ons al gespot en komt direct een biertje halen in de rubberboot.
We zijn er weer. Ongelofelijk dat we dit samen beleven. Onze relatie is intens. We zijn open en eerlijk tegen elkaar. Geven elkaar de ruimte en genieten. Nu eerst de zwemtrap plaatsen zodat Tera kan zwemmen. Als zij geniet, dan geniet ik ook. Daarna, inklaren en dan kijken hoeveel we van het eiland kunnen zien.